Forskoline-geïnduceerde organoïdzwelling (FIS) is geassocieerd met de ziekteprogressie op lange termijn van cystic fibrosis (CF). Dat schrijven onderzoekers in het European Respiratory Journal. Stijgende FIS-niveaus zijn onder meer geassocieerd met de verandering van de longfunctie en de kans op CF-gerelateerde leverziekte. Onderzoeker Eyleen de Poel: “Dit kan patiënten met CF meer duidelijkheid over hun toekomst geven.”
Log in om toegang te krijgen tot afgeschermde informatie op deze website.
Omdat er veel verschillende mutaties zijn die CF kunnen veroorzaken, is er ook veel variatie in het ziekteverloop tussen patiënten. “Eigenlijk bestaat CF uit allemaal kleinere groepjes patiënten met net andere karakteristieken, vertelt Eyleen de Poel. De Poel werkte tot vorig jaar als onderzoeker in het UMC Utrecht en is inmiddels werkzaam als Medical Science Liaison bij Chiesi Nederland. “Er zijn ongeveer 1700 mutaties die voor CF kunnen zorgen. Van tachtig procent is onbekend wat de mutatie doet op het CFTR-eiwit en weten we dus ook niet wat de klinische gevolgen precies zullen zijn. De ene CF-patiënt wordt ziek op zijn dertigste, de andere haalt misschien de achttien niet.”
Om meer inzicht te krijgen in de progressie van CF bij individuele patiënten, voerden De Poel en haar collega’s in het UMC Utrecht een retrospectieve longitudinale studie uit met organoïden. “De organoïden worden gemaakt uit stamcellen die verkregen worden via een rectumbiopt van de CF-patiënten,” vertelt De Poel. “Vanuit de stamcellen wordt een organoïd opgekweekt, een soort minidarmpje met onder meer een pompfunctie die via het CFTR-eiwit wordt gereguleerd. Als zo’n minidarmpje gestimuleerd wordt met forskoline, wordt het CFTR-eiwit geactiveerd. Hierdoor worden zouten en water naar binnen getransporteerd met opzwellen van de organoïd als gevolg.” De mate van zwelling geeft een indicatie van de functie van het CFTR-eiwit, wat weer een indicatie is van de ernst van de CF. “Hoe erger de CF, hoe meer de functie van het CFTR-eiwit verstoord is en hoe kleiner de bolletjes blijven,” aldus De Poel. Deze forskoline-geïnduceerde organoïdzwelling (FIS) wordt al langer gebruikt voor diagnostiek bij CF. De Poel: “Bij diagnostiek gaat het met name over de effectiviteit van CF-medicatie bij een specifieke patiënt. Vanuit de hele wereld sturen artsen biopten naar het UMC Utrecht, om te onderzoeken of medicatie bij hun patiënt gaat werken.”
Om te onderzoeken of de organoïden ook kunnen functioneren als prognostische biomarkers, maakten De Poel en collega’s gebruik van de klinische data van 173 Nederlandse CF-patiënten. “Van deze patiënten is data verzameld door de Nederlandse Cystic Fibrosis Stichting,” vertelt De Poel. “De longfunctie (FEV1pp) is negen jaar lang in kaart gebracht en drie verschillende comorbiditeiten zijn op één moment gemeten.” Deze comorbiditeiten betroffen pancreasinsufficiëntie, CF-gerelateerde leverziekte en diabetes mellitus. “Daarnaast is er van alle patiënten een organoïd gemaakt,” aldus De Poel. “Vervolgens hebben we de data van de FIS en de klinische data naast elkaar gelegd en gekeken of er associaties waren.”
De mate van zwelling in de minidarmpjes bleek sterk geassocieerd met de longitudinale verandering van de longfunctie. Ook bleek een verhoging in het FIS-niveau geassocieerd te zijn met een verlaging van de kans op pancreasinsufficiëntie, CF-gerelateerde leverziekte en diabetes. “Deze associaties zijn afwezig bij de klinische zweettest,” voegt De Poel hieraan toe. “Met de zweettest kan alleen de diagnose worden gesteld. Maar met de organoïden kunnen we een onderbouwde voorspelling doen over het verloop van een aantal klinische parameters van de ziekte. Dit kan CF-patiënten in de toekomst meer duidelijkheid bieden over hun ziekteverloop.”
Muilwijk D, Poel E de, Mourik P van, et al. Forskolin-induced Organoid Swelling is Associated with Long-term CF Disease Progression. European Respiratory Journal 2022, in press
You are now leaving the Chiesi PRO website. Would you like to continue?
Okay